Waarom correcties werken

Correcties werken. Dat is waar. Ze kunnen acuut gedrag stoppen, indruk maken en een hond even uit een bepaalde gemoedstoestand halen. Ze werken, maar de vervolgvraag is: waarom werken ze eigenlijk? En wat gebeurt er daarna?

Veel mensen denken dat wanneer een hond zich “fout” gedraagt en jij hem corrigeert en hij daarna rustiger lijkt, dat de hond dan heeft geleerd wat er van hem verwacht wordt. Maar leren is iets heel anders dan onderdrukken.

Een correctie zorgt ervoor dat de hond stopt met het gedrag, omdat hij schrikt of omdat hij wil vermijden dat het opnieuw gebeurt. Het gedrag verdwijnt aan de oppervlakte, maar de oorzaak van het gedrag blijft onaangeroerd. Dat is een belangrijk verschil.

Honden die uitvallen aan de lijn, grommen, fixeren of overmatig blaffen, doen dat meestal niet om ons het leven zuur te maken. Ze reageren vanuit stress, spanning, onzekerheid of opbouwende frustratie. Wanneer je dat gedrag afstraft, ontneem je de hond een manier om te communiceren, maar je biedt er niets voor in de plaats. Sterker nog: je vergroot de kans dat hij zich de volgende keer niet laat zien… totdat hij ineens ontploft.

De paradox van correcties

Het grote misverstand is dat mensen denken dat gedrag wat stopt, betekent dat het probleem is opgelost. In werkelijkheid leert de hond: “Ik mag dit niet laten zien, maar ik voel het nog wel.” Dat is geen oplossing, dat is een onderdrukte emotie. En onderdrukte emoties komen altijd ergens anders omhoog.

Vaak zie je dat honden die regelmatig gecorrigeerd worden, stiller worden. Ze lijken gehoorzamer, maar zijn vaak ook ingehouden, schrikachtig, gespannen of laten een onderliggende rusteloosheid zien. Dit wordt nogal eens verward met “een hond die nu weet wat mag en niet mag”. Maar gedragsprofessionals herkennen het vaak als een hond die het contact verliest of zijn eigen kop maar naar beneden doet om gedoe te vermijden.

Wat als we anders kijken?

Stel je voor dat we niet alleen kijken naar wat we willen stoppen, maar dat we ons afvragen waarom het gebeurt. Wat zit er achter het gedrag? Wat wil de hond eigenlijk vertellen? En hoe kunnen we hem leren om het op een andere manier te doen, die veiliger is en beter past in onze samenleving?

Dat is de kern van een aanpak zonder fysieke of mentale correctie: je leert de hond niet alleen wat niet mag, maar vooral wat wél kan. En dat kost soms tijd. Dat vraagt soms geduld. Maar het levert iets op wat niet alleen veilig is, maar ook duurzaam, respectvol en verbindend.

Correcties werken. Maar leren werkt beter.

Wil jij ook hulp bij het begrijpend begeleiden van je hond? Geef je dan op voor het gratis adviesgesprek en dan zie ik je snel.