Waarom ik niet geloof in de perfect gehoorzame hond
Je schrijft je in voor een gehoorzaamheidstraining met als doel: een perfect gehoorzame hond. Dankzij de juiste commando’s, een professionele hondentrainer en flink wat bloed, zweet en tranen, wil je dat jouw hond precies doet wat jij vraagt. Zit. Af. Blijf. Volg. Vooruit sturen. Terugroepen. Uit zicht wachten. En uiteindelijk… een diploma. Het bewijs dat jij zijn baas bent. Zijn roedelleider. Zijn ‘alpha’.
Maar moet dat écht het doel zijn?
Laatst zag ik zo’n ‘perfecte’ combinatie. Een hond die strak naast zijn eigenaar liep, zonder lijn, dwars door een druk dorp. Onze routes liepen gelijk, dus ik kon ze even volgen. Elke keer dat de hond iets van natuurlijk gedrag liet zien — een snuffel, een zijstapje — volgde er meteen een stemcorrectie. En hup, daar liep hij weer: netjes met zijn kop tegen de knie.
Ik snap heel goed dat mensen daar met bewondering naar kijken. Op straat, op het trainingsveld, tijdens een examen. Het ziet er indrukwekkend uit. Maar ik vraag me echt af: wat is de lol voor de hond? Waar is zijn vrijheid, zijn beleving? Waar is zíjn wandeling?
Begrijp me niet verkeerd: als dit voor sportdoeleinden is, neem ik mijn pet af. Het vergt ongelofelijke toewijding en afstemming. Maar als dit het uitgangspunt is voor ‘de ideale opvoeding’, dan stel ik serieuze vragen. Moet een hond altijd in de pas lopen? Of mag hij ook gewoon even hond zijn? Even snuffelen aan de pispaal van de hoek, zijn lijf voelen, zijn omgeving in zich opnemen, zijn behoefte volgen — binnen de grenzen van veiligheid?
Ik geloof niet in de perfect gehoorzame hond. En ook niet in gehoorzaamheidstraining als hét middel om je hond op te voeden. Ik geloof dat honden geen robots zijn. Geen programma’s die je met de juiste input foutloos laat functioneren. Ik geloof dat goed, écht goed genoeg is.
Opvoeden is voor mij een dans tussen mens en hond. Elkaar leren lezen. Grenzen durven stellen én ruimte geven. Snappen wat je hond aankan. Je eigen verwachtingen onder de loep nemen. Accepteren dat niet alles maakbaar is — en dat dat oké is.
Een oude vriend herinnerde me gisteren nog aan iets wat ik hem elf jaar geleden zei: “Het is geen robot.” Vandaag de dag denkt hij daar nog aan. En ik? Ik geloof dat nu misschien nog wel sterker dan toen. Je hond is een individu. Met eigen behoeften, gevoeligheden en karakter. Je kunt trainen wat nodig is en opvoeden met kaders, maar als het fundament geen verbinding is — geen samenwerking, geen respect — dan mis je wat mij betreft het mooiste stuk.
Wil jij ook samenwerken met je hond? Niet vanuit controle, maar vanuit vertrouwen. Niet als roedelleider, maar als partner? Dan ben je van harte welkom.
