De reis naar Laxi – Hoe kies je een ras 1.0
Uiterlijk bij het kiezen van een hond: Meer dan alleen een mooi plaatje
Laten we eerlijk zijn: het oog wil ook wat. Zelfs als professional merk ik dat mijn eerste blik op een hond vaak wordt bepaald door uiterlijk. Een bepaalde uitstraling, bouw of kleur kan meteen iets in je losmaken. Maar uiterlijk is méér dan alleen mooi of niet mooi. Achter hoe een hond eruitziet, schuilen belangrijke factoren die invloed hebben op gezondheid, onderhoud en zelfs levensduur. In deze blog duiken we dieper in op de uiterlijke kenmerken die een rol spelen bij het kiezen van een hond.
1. Bouw: Meer dan een mooi silhouet
De lichaamsbouw van een hond bepaalt niet alleen zijn uitstraling, maar ook zijn fysieke gezondheid. Sommige rassen hebben een extreme bouw die kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen:
Kortsnuithonden (brachycephalen) zoals de Franse Bulldog en Mopshond kampen vaak met ademhalingsproblemen door hun platte neus.
Langgerekte rassen zoals de Teckel hebben een verhoogd risico op rugproblemen, zoals hernia’s.
Zware rassen zoals de Berner Sennenhond kunnen sneller last krijgen van gewrichtsproblemen, vooral als ze te snel groeien.
Een hond met een harmonieuze, goed geproportioneerde bouw heeft vaak minder kans op gezondheidsproblemen. Daarom is het belangrijk om niet alleen te kijken naar wat je mooi vindt, maar ook naar wat een hond nodig heeft om gezond oud te worden.
2. Vacht & Onderhoud: Hoeveel tijd wil je eraan besteden?
De vacht van een hond is meer dan alleen een esthetische keuze. Het bepaalt ook hoeveel tijd en energie je kwijt bent aan onderhoud. En eerlijk? Ik ben echt niet het type dat urenlang een hond wil borstelen. Dus dat speelt voor mij zeker mee!
Langharige honden zoals de Afghaanse Windhond vragen intensief onderhoud. Zonder regelmatig borstelen kunnen ze snel klitten.
Krulvachten zoals bij Poedels of Labradoodles moeten regelmatig naar de trimsalon maar kosten ook veel onderhoud voor de eigenaar om te zorgen dat ze niet in de klit/vilten komen. Ze verharen misschien niet maar dat zegt niks over de bergen zand die ze mee naar huis nemen!
Kortharige honden verharen vaak méér dan je denkt. Denk aan een Dobermann of een Beagle – die haren zitten echt overal!
Ruwhaar zoals bij een Border Terrier of een Riesenschnauzer moet regelmatig geplukt worden om de vacht in goede conditie te houden. Dit vraagt een specifieke aanpak en kost tijd.
Langstokhaar zoals bij een langharige Duitse Herder of een Hollandse Herder langhaar heeft langer haar dan de standaard stokhaar, maar minder onderhoud dan echte langharige rassen. Regelmatig borstelen volstaat om klitten te voorkomen.
Wil je een hond met weinig onderhoud? Dan is een ras met een korte, gladde vacht misschien een betere keuze.
Persoonlijk heb ik gekozen voor een Hollandse Herder langhaar. Een ras dat je niet veel ziet en zonder extremen. De vacht van een Hollandse Herder langhaar is relatief makkelijk in onderhoud, mits ze niet gecastreerd zijn. Dit speelde voor mij zeker een rol bij mijn keuze!
3. Kleur & Gezondheid: Mooi, maar met risico’s?
Sommige kleuren kunnen gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Dit is iets wat vaak over het hoofd wordt gezien, maar zeker belangrijk is:
Merle-gen: Dit prachtige patroon (bijvoorbeeld bij Border Collies en Australische Herders) kan, als het dubbel voorkomt, leiden tot ernstige gehoor- en zichtproblemen.
Witte honden: Bij sommige rassen (zoals de Dobermann) zijn witte honden gevoeliger voor doofheid en huidproblemen.
Blauwe vachtkleur: Vaak geassocieerd met een verhoogd risico op huidproblemen, zoals bij de Blauwe Stafford.
Uiterlijk mag dan een eerste aantrekkingspunt zijn, maar het is belangrijk om na te gaan of een specifieke kleur geen negatieve impact heeft op de gezondheid.
4. Grootte: Groter is niet altijd beter
Een grote hond kan indrukwekkend zijn, maar er zitten ook keerzijden aan:
Hoge kosten: Grotere honden eten meer, hebben grotere manden nodig en dierenartsbezoeken zijn vaak duurder.
Kortere levensverwachting: Over het algemeen leven grotere rassen minder lang dan kleinere. Een Duitse Dog wordt gemiddeld 6-8 jaar, terwijl een Jack Russell makkelijk 15 jaar kan halen.
Ruimte en vervoer: Een grote hond heeft meer bewegingsruimte nodig en is niet altijd even makkelijk mee te nemen in de auto.
Fysiek managen: Hoe groter en sterker de hond, hoe belangrijker het is dat je hem fysiek aankan. Een hond van 50+ kilo kan een uitdaging zijn bij wandelen, dierenartsbezoeken of als hij onverwacht trekt of opspringt.
Conclusie: Uiterlijk is een startpunt, maar niet het eindstation
Uiterlijk is vaak de eerste factor die onze aandacht trekt, en dat is helemaal niet erg. Ook ik laat me in eerste instantie leiden door wat ik mooi vind. Maar het is cruciaal om verder te kijken dan alleen de buitenkant. Bouw, vacht, kleur en grootte kunnen allemaal invloed hebben op het welzijn van de hond én hoe goed hij in jouw leven past. Uiteindelijk is een goede match gebaseerd op méér dan alleen een mooi plaatje.
Wil je meer weten over waar je op moet letten bij het kiezen van een hond? Lees verder op mijn website: Ik wil een hond